Log in Registreer

Voorbeeld Test #19

1. Zie afbeelding
Verboden parkeren van 1e tot 15e van iedere maand

Parkeren toegestaan van 1e tot 15e van de maand

Verboden parkeren en stilstaan van 1e tot 15e van iedere maand

practice
2. Aan 110km/h is de afgelegde afstand na 1 seconde reactiesnelheid:
10m

20m

30m

practice
3. De fietser op de foto zet voet aan de grond. Hij heeft nog steeds voorrang op mij:
Ja

Neen

practice
4. Geen van beide ouders kan de kinderen van school afhalen. Opa is beschikbaar, maar heeft geen kinderzitjes in de auto. Mag hij desondanks zijn twee kleine ( <1m35) kleinkinderen vervoeren wanneer het gaat om een kort traject?
Ja

Neen

practice
5. Wat is het beste moment om het oliepeil van mijn voertuig na te kijken?
Voor een lange rit

Op een snelwegparking

Na aankomst van een lange rit

practice
6. De betekenis van dit verkeersbord is:
Binnen 100m geldt voorrang van rechts

Binnen 100m niet langer voorrang op deze weg

Binnen 100m voorrang verlenen aan zowel links als rechts

practice
7. Zie afbeelding
Verboden parkeren

Verboden een U-turn naar links te nemen

Verboden afslag naar rechts

practice
8. Op dit verkeersplateau mag ik niet sneller dan:
20 km/h

30 km/h

40 km/h

practice
9. Bij ontvangst van de nummerplaat moet ik:
Een kopie vooraan plaatsen

Een reflecterende nummerplaat vooraan plaatsen

Een reflecterende kopie achteraan plaatsen

practice
10. Zie afbeelding
Slaapgelegenheid

Camping

Hostel

practice
11. Zie afbeelding
Einde van een grote baan

Geen parking voor tweewielers

Einde van een autostrade

practice
12. Ik wil links afslaan. De andere bestuurder wil ook links afslaan. Ik moet voorrang verlenen:
Ja

Neen

practice
13. Zie afbeelding
Ruiters op de rijbaan

Verboden voor ruiters

Ruiterpad

practice
14. Ik rijd met een benzinewagen. Bij welk toerental dien ik een versnelling hoger te schakelen?
Vanaf 1500rpm

Vanaf 2500rpm

Vanaf 3500rpm

practice
15. Ik begin aan een lange afdaling, dus:
Rem ik met de handrem

Rem ik met de voetrem

Rem ik met de motorrem

practice
16. Op de 15e van de maand om 20u30 moet ik van dit verkeersbord parkeren:
Aan de rechterkant van de rijbaan

Aan de even huisnummers

Aan de oneven huisnummers

practice
17. Zie afbeelding
Laagvliegende vliegtuigen

Gevaar zonder specifiek symbool

Zijdelingse windvlagen

practice
18. Zie afbeelding
Stoppen - U heeft geen voorrang

U heeft geen voorrang

Verboden doorgang voor gemotoriseerd verkeer

practice
19. Hoe ver moet ik verwijderd blijven van een verkeerslicht om te parkeren?
Minstens 5m

Minstens 15m

Minstens 20m

practice
20. De onverharde weg eindigt in een geasfalteerd stuk. De bestuurder op de reguliere weg heeft voorrang:
Ja, want hij komt van rechts

Ja, een onverharde weg geeft nooit voorrang

Neen

practice
21. Vanaf hier mag ik stoppen om een lifter op te pikken
Ja

Ja, maar enkel rechts van de volle lijn

Neen

practice
22. Ik moet stoppen in een tunnel ten gevolge van een brandend voertuig. Ik wacht in mijn voertuig op de komst van de hulpdiensten:
Juist

Fout

practice
23. Zie afbeelding
Kies een rijstrook

Hier begint een autostrade

Fietsen en bromfietsen mogen zich voor de auto's opstellen aan het verkeerslicht

practice
24. Welke manier om fietsen te vervoeren verbruikt het minst?
Op het dak van het voertuig

Op de kofferbak van de auto

Waar men wil

practice
25. Voor het oprijden van een rond punt is het opzetten van de rechterpinker:
Verplicht

Vrije keuze

Verboden

practice
26. Zie afbeelding
Enkel doorgang voor zwakke weggebruikers

Geen verdere doorgang

Verkeer slechts in een enkele richting

practice
27. In deze smalle doorgang heeft de fietser uit tegengestelde richting voorrang:
Ja, als zwakke weggebruiker

Neen, het gaat niet om een motorvoertuig

Neen, het is geen groot voertuig

practice
28. Op de 20e van de maand mag ik stoppen voor dit bord:
Ja

Neen

practice
29. Zie afbeelding
Opeenvolging van bochten, de eerste rechtsaf

Opeenvolging van bochten, de eerste linksaf

Opeenvolging van bochten (zonder specificatie)

practice
30. Ik ben de bestuurder van de groene auto. Ik wil links afslaan, terwijl de andere bestuurder rechtdoor wil. Ik moet voorrang verlenen:
Ja

Neen

practice