1. Als ik van een onverharde weg een normale geasfalteerde weg wil oprijden, geef ik voorrang aan:
Iedereen
Alle bestuurders
Alle bestuurders aan mijn rechterkant
2. Zie afbeelding
U heeft voorrang
Einde voorrang
Einde verbod voor vervoer gevaarlijke stoffen
3. U wordt onderworpen aan een wegcontrole:
Ik moet mijn rijbewijs kunnen voorleggen
Ik mag een fotokopie van mijn rijbewijs voorleggen
Ik moet enkel mijn identiteitskaart kunnen voorleggen
4. Aan deze kruising moet ik voorrang geven aan links en rechts nadat ik eerst gestopt ben:
Aan het verkeersbord
Aan de witte lijn
Waar ik wil
5. Dien ik een brandblusapparaat aan boord van mijn voertuig te hebben?
Dit is aangeraden
Dit is verplicht
Dit is verboden
6. Mag u uw telefoon opnemen aan een rood licht?
Ja, als u de GSM in de hand houdt
Ja, als u de GSM in de houder laat steken
Neen
7. Zie afbeelding
Gevaar aan de rand van de rijbaan
Weg loopt dood
Weg eindigt op oever of kaai
8. Zie afbeelding
LPG pompstation
Benzine en diesel pompstation
Elektrisch laadstation voor auto's
9. Uw buurvrouw heeft kinderen van dezelfde leeftijd als de uwe, en heeft dus ook een kinderzitje in haar wagen. Mag zij uw kinderen kleiner dan 1m35 op school afhalen en naar huis brengen?
Ja
Neen
10. Ik begin aan een lange afdaling, dus:
Rem ik met de handrem
Rem ik met de voetrem
Rem ik met de motorrem
11. Zie afbeelding
Voetgangerstunnel
Nooduitgang tunnel
Zebrapad
12. Deze persoon introduceert zich als politieagent en vraagt me mijn auto te verzetten. Ik moet tegemoet komen aan de vraag:
Ja, of ik ben in fout
Ja, dit is een verkeersinbreuk van de derde graad
Neen, ik dien geen bevelen op te volgen van agenten die niet in uniform zijn
13. Zie afbeelding
Slipgevaar
Gevaar voor ijzel of sneeuw
Wegenwerken
14. Koffie verlaagt alcoholintoxicatie
Ja
Neen
15. Op deze kruising geldt de juiste volgorde:
Fietser A - bestuurder B - bestuurder C
Bestuurder B - fietser A - bestuurder C
Fietser A - bestuurder C - bestuurder B
16. Ik wil rechtdoor rijden. De file voor mij beweegt niet. Ik mag de kruising op:
Ja, ik mag stoppen op de tweede overgang om de kruising vrij te maken
Ja, indien ik stop voor het tweede zebrapad
Neen, ik moet stoppen voor het eerste zebrapad
17. Er komt een tegenligger. In deze smalle doorgang:
Heb ik voorrang
Moet ik voorrang geven
Is verkeer in beide richtingen niet mogelijk
18. Ik kruiste zonet een spookrijder op de autostrade. Hoe verwittig ik zo snel mogelijk de politie?
Met mijn GSM
Met een van de noodtelefoons om de 2km
19. Wanneer men 's avonds een slaapmedicijn inneemt, werkt dat de volgende ochtend dan nog door?
Ja
Neen
20. Zie afbeelding
Rechter afslag verplicht
Rechts heeft voorrang
Scherpe bocht naar rechts
21. Ik rijd 50 km/h. 50m verderop springt een verkeerslicht op oranje. Mijn remafstand is:
30m
40m
50m
22. Op minder dan 15m voor of na het verkeersbord:
Mag men niet stoppen
Mag men niet parkeren
Mag men noch stoppen, noch parkeren
23. Zie afbeelding
Caravanpark
Slaapgelegenheid
Camping
24. Met een voorlopig rijbewijs mag ik niet rijden zonder begeleider. Mag mijn begeleider onderworpen worden aan een alcoholtest?
Ja
Enkel na een ongeval
Enkel de chauffeur
25. Zie afbeelding
Parkeren naast de rijbaan toegestaan
Parkeergelegenheid
Parkeren enkel op de rijbaan toegestaan
26. Aan dit verkeersplateau mag ik inhalen:
Ja
Neen
27. Op de 15e van de maand om 20u30 moet ik van dit verkeersbord parkeren:
Aan de rechterkant van de rijbaan
Aan de even huisnummers
Aan de oneven huisnummers
28. Deze bestuurder moet voorrang geven aan een zwakke weggebruiker die zich engageert. Hierdoor verliest deze bestuurder zijn voorrang op mij:
Ja, indien er sterk vertraagd wordt
Ja, indien hij volledig stopt
In geen enkel geval
29. Op deze grote baan mag ik niet sneller rijden dan:
120 km/h
130 km/h
140 km/h
30. Wanneer ik het ronde punt wil verlaten mag ik in de linkerrijstrook blijven aangezien er twee zijn: