1. De fietser op de foto zet voet aan de grond. Hij heeft nog steeds voorrang op mij:
Ja
Neen
2. Op de autostrade bemerkt in de tegenovergestelde richting een ongeval. Ik stop en steek de snelweg over met mijn EHBO-kit:
Toegestaan, mits voldoende zichtbaarheid
Toegestaan, indien het verkeer relatief rustig is
Niet toegestaan, want dit is veel te gevaarlijk
3. Bij normaal verkeer is de minimale snelheid op de autostrade in Belgi?:
50 km/h rijden
60 km/h
70km/h
4. Zie afbeelding
Sluipweg
Wegdek in slechte staat
Werken: opgelet minder rijstroken
5. Zie afbeelding
Overstekend vee
Verboden voor veevervoer
Overstekend groot wild
6. Wanner ik op een grote baan een ander voertuig wil inhalen:
Mag ik nooit sneller rijden dan 120 km/h
Mag ik nooit sneller rijden dan 130 km/h
Moet ik zo snel mogelijk inhalen
7. Men dient de veiligheidsgordel te dragen:
Buiten de bebouwde kom
Maar niet voor korte trajecten binnen de bebouwde kom
Altijd, voor iedere inzittende
8. Om te parkeren in de nabijheid van een bushalte dient men minstens een afstand te bewaren van:
15m tot het verkeersbord
15m na het verkeersbord
15m voor en na het verkeersbord
9. Ik sla rechts af aan deze kruising:
Ik moet voorrang geven
Ik moet stoppen en voorrang geven
Ik dien geen voorrang te geven
10. De bestuurder die van een niet-geasfalteerde weg komt heeft voorrang op mij:
Ja
Neen
11. Aan het volgende kruispunt wil ik rechts afslaan. Dit verkeersbord:
Staat dit niet toe
Staat dit toe
Verplicht me om rechtdoor te blijven rijden
12. Dient een trambestuurder de wegcode te volgen?
Ja, zoals iedereen die deelneemt aan het verkeer
Neen, trams dienen enkel voorrangsvoertuigen door te laten en zich aan de eigen verkeersborden en -lichten te houden
13. Hoe natter het wegdek, hoe:
Langer de reactietijd
De remafstand
De afstand tussen de voertuigen op de weg
14. Vanaf dit verkeersbord, aan de rechterzijde van de volle witte lijn:
Mag ik stoppen om op mijn kaart te kijken
Mag ik parkeren
Mag ik noch stoppen, noch parkeren
15. Bij een controle lever ik een positieve plas af - hierdoor krijg ik:
Een tijdelijk rijverbod van 3 uur
Een tijdelijk rijverbod van 6 uur
Een tijdelijk rijverbod van 12 uur
16. Zie afbeelding
Vluchtheuvel
Zebrapad
Wegenwerken
17. Zie afbeelding
Elektrisch laadstation voor auto's
Benzine en diesel pompstation
LPG pompstation
18. Zie afbeelding
Gewijzigde verkeerssituatie
Gemeente Waterloo
Begin centrumzone
19. Zie afbeelding
Slaapgelegenheid
Camping
Hostel
20. Zie afbeelding
Gevaar voor rotsblokken
Gevaar voor steenslag
Gevaar voor overstroming
21. Dien ik een brandblusapparaat aan boord van mijn voertuig te hebben?
Dit is aangeraden
Dit is verplicht
Dit is verboden
22. Op de terugweg van mijn wintersportvakantie wil ik zo weinig mogelijk brandstof verbruiken. Daarom:
Verwijder ik de skibox van de dak drager
Verwijder ik zowel het bagagerek als de skibox
Verwijder ik de skibox niet, omdat deze aerodynamisch is en daarom geen invloed heeft op mijn verbruik
23. Zonder ABS wordt een noodstop best uitgevoerd door:
De wielen te blokkeren met heel harde remstoten
Het gaspedaal zachtjes harder in te drukken
Hard het rempedaal in te drukken en onmiddellijk los te laten, alvorens het opnieuw in te drukken
24. Bij het anderen van de afrit van de autostrade ben ik niet zeker over het juiste traject:
Ik stop naast de baan en consulteer mijn kaart
Ik rijd verder en kijk tegelijk naar de kaart
Ik verlaat de autostrade en kijk na de afrit naar de te volgen route
25. Zie afbeelding
Stoppen - U heeft geen voorrang
Verkeerslicht
U heeft geen voorrang
26. Zie afbeelding
Zebrapad
Nooduitgang tunnel
Voetgangerstunnel
27. De auto voor mij zet zijn linker pinker op. Hierdoor mag ik voorbijsteken:
Ja, langs rechts
Ja, langs links
Neen
28. Ik ben de bestuurder van de groene auto. De fietser voor mij wil links afslaan en strekt de arm uit terwijl hij zich verplaatst naar het midden van de weg. Ik ga voorbij langs:
Rechts
Rechts of links
Links
29. De aanwezigheid van een fluohesje in het voertuig is: