1. Op deze baan met 2+2 rijstroken buiten de bebouwde kom is de toegelaten maximumsnelheid:
75 km/h
90 km/h
120 km/h
2. De zijkant van een autoband draagt het opschrift 195/65 R16 91 H. Wat betekent de letter R?
Radiaalband
Slijtage indicator
De maximale lading in kg dat de band kan dragen
3. Op deze autostrade:
Is dit de juiste rijrichting
Is dit de tegengestelde rijrichting
4. Uw buurvrouw heeft kinderen van dezelfde leeftijd als de uwe, en heeft dus ook een kinderzitje in haar wagen. Mag zij uw kinderen kleiner dan 1m35 op school afhalen en naar huis brengen?
Ja
Neen
5. Bij welke graad van verkeersinbreuk is een rechter zo goed als automatisch verplicht een rijverbod op te leggen?
Een vierdegraads overtreding
Een vijfdegraads overtreding
Een derdegraads overtreding
6. Ik plan een lang rijtraject naar mijn vakantiebestemming. Mijn rustpauzes van 15min plan ik in:
Om het uur
Om de 2 uur
Om de 4 uur
7. Alvorens een lange afdaling aan te vatten:
Schakel ik in neutraal
Schakel ik naar een lagere versnelling
8. Zie afbeelding
Weg versmalt, voorrang voor zwaar verkeer
Smalle doorgang, voorrang voor bromfietsen
Progressieve wegversmalling
9. Via deze rijstrook mag ik rechts afdraaien
Ja
Neen
10. Ik sla af naar rechts, terwijl de fietser rechtdoor wil. Ik moet voorrang verlenen:
Ja
Neen
11. Door mist kan ik op de autostrade niet verder zien dan twee verlichtingspalen. Wat is mijn maximaal toegelaten snelheid?
60 km/h
90 km/h
120 km/h
12. Is het toegestaan om met een voorlopig rijbewijs (A of B) op de autostrade te rijden?
Ja
Neen
13. Wanneer ik van een restaurantparking wil rijden met mijn wagen na een maaltijd, kan ik door de politie gevraagd worden een alcoholtest af te leggen:
Neen, want ik bevind me niet op de openbare weg
Neen, enkel op de openbare weg mag de politie een ademtest eisen
Ja, de agenten hoeven niet te wachten tot ik van het priv?terrein af ben
14. Ieder voertuig dat zich in het verkeer begeeft dient uitgerust te zijn met een brandblusapparaat. Het dient te worden geplaatst:
Onder de bestuurderszetel
Op een zichtbare plaats, binnen handbereik
In de koffer, binnen handbereik
15. Hoe moet ik reageren wanneer ik op een slechte weg de controle verlies?
Zo snel en hard mogelijk remmen
Onmiddellijk afwisselend naar links en rechts sturen
Ontkoppelen om te vertragen
16. Ik ben met mijn voertuig betrokken geraakt in een ongeval met stoffelijke schade. Ik moet daarom mijn identiteitspapieren kunnen voorleggen:
Aan iedereen die hierom vraagt
Aan iedereen die bij het ongeval betrokken is en hierom vraagt
Enkel aan een bevoegde politieagent
17. Zie afbeelding
Ginds bevindt zich een toeristische attractie
Ginds bevindt zich een horecagelegenheid
Hier begint een autovrije zone
18. Ik kruiste zonet een spookrijder op de autostrade. Hoe verwittig ik zo snel mogelijk de politie?
Met mijn GSM
Met een van de noodtelefoons om de 2km
19. Zie afbeelding
De rijbaan versmalt aan de rechterkant
De rijbaan versmalt aan de linkerkant
Smalle doorgang - U heeft geen voorrang
20. Bij het doorrijden van een tunnel kom ik in een situatie waarin ik mijn voertuig moet verlaten. Hier bij is het belangrijk om:
Geen persoonlijke bezittingen open en bloot te laten liggen
Op het aankomende verkeer te letten
De sleutels niet in het contact te laten zitten
21. Dit is de juiste plaats om de autostrade te verlaten via de volgende afrit:
Ja
Neen
22. Ik bestuur de groene auto ter hoogte van de werf:
Ik moet voorrang geven
Ik heb voorrang
De laatste aan de hindernis moet de voorrang verlenen
23. Mag ik aan de rechterkant van de weg stoppen om een passagier af te zetten?
Ja
Neen
24. Zie afbeelding
Bus strook
Rijstrook voor openbaar vervoer
Rijstrook voor transportverkeer
25. Ik bevind mij op de plek waar net een ongeval is gebeurd. Wat is mijn eerste reactie?
De hulpdiensten alerteren
Mijn knipperlichten opzetten
Mijn gevarendriehoek plaatsen
26. Aan deze kruising rijd ik rechtdoor:
Ik heb voorrang
Ik geef voorrang aan links en rechts
Ik moet eerst stoppen
27. Men dient de veiligheidsgordel te dragen:
Buiten de bebouwde kom
Maar niet voor korte trajecten binnen de bebouwde kom
Altijd, voor iedere inzittende
28. Ik mag tragere voertuigen op de rechterrijstrook in een beweging voorbijsteken:
Ja
Neen
29. Ik heb net een ongeval gehad op de autostrade. Mijn passagier heeft lichte verwondingen maar is nog mobiel. Tijdens het wachten op de hulpdiensten raad ik mijn passagier aan om: